VG32

Vrouwen hebben vaak een poging ondernomen om hun levensomstandigheden te verbeteren. Waren ze op de arbeidsmarkt nodig tijdens oorlog of revolutie, dan hadden ze vaak dezelfde rechten als mannen, waren ze niet meer nodig, dan werden ze in rechten teruggezet. De Eerste Wereldoorlog van 1914-1918 bracht veel leed in Europa. Alleen al in Engeland sneuvelden 700.000 jonge mannen. Dit veroorzaakte een demografisch drama. Wat moesten al die alleenstaande achtergebleven vrouwen na de oorlog doen? Ze werden als overbodig beschouwd en hadden geen economische waarde, omdat ze niet meer hun oude rol van verzorgster en voortbrengster van nageslacht konden vervullen. Er waren te weinig mannen en de vrouwen moesten alleen door het leven en voor zichzelf zorgen. Voor velen was dit heel moeilijk, ze waren er niet op voorbereid.

Maar  het bracht voor jonge vrouwen ook de mogelijkheid  onafhankelijk te worden en te studeren. Er waren er ook die slaagden, ze werden arts of advocaat. De dood van ruim 700.000 jongens betekende op termijn veel voor de emancipatie van vrouwen en meisjes. Het was onder andere in Engeland dat vrouwen voor het eerst massaal de straat op gingen voor vrouwenkiesrecht. In 1918 kwam dat er.