VG31

Kinderen en vrouwen waren afhankelijk van het loon, dat de vader verdiende. Ze waren niet langer bezit maar monden die gevoed moesten worden. Als de man het gezin verliet kwam de vrouw alleen te staan. Ze moest overleven door voor een hongerloon te werken en daarbij moest ze ook nog voor haar kinderen zorgen. Het werd pijnlijk duidelijk wat economische afhankelijkheid van vrouwen betekende. Verpaupering maakte de meerderheid van de bevolking afhankelijk. In de grote steden moesten arbeiders met hun kinderen in overvolle ongezonde huizen wonen. Kinderarbeid was heel gewoon. Mensen kregen niet genoeg te eten, de kinderen waren ondervoed. En ze leden aan een scala van aandoeningen. In Liverpool bijvoorbeeld was de gemiddelde levensduur voor de hogere klassen 35 jaar en voor de lagere 15 jaar. Een arts schreef in 1832: ‘Nog geen tien procent van de inwoners in de grote steden geniet zijn volle gezondheid.’ De gezondheid van de Britse arbeidersklasse was in het begin van de negentiende eeuw zo slecht dat de productie eronder begon te lijden. Uitsluitend om die reden werden er wetten voor de volksgezondheid aangenomen.